Het aanpassen van de klok naar wintertijd is een jaarlijks terugkerend fenomeen dat bij veel mensen gemengde gevoelens oproept. Zodra de dagen korter worden en de herfst zijn intrede doet, beginnen de voorbereidingen voor deze aanpassing. Slaapexpertisten wijzen er vaak op dat deze verandering ons biologische ritme kan verstoren, met vermoeidheid als gevolg. Dit jaar, gedurende het laatste weekend van oktober, genieten we van een extra uur slaap. Maar ondanks dit voordeel, blijft de discussie over de noodzaak van zomer- en wintertijd levendig. Vooral in Europa hebben veel burgers en politici hun twijfels bij het tweemaal per jaar verzetten van de klok.
Met de komst van de wintertijd passen we onze routine aan, waarbij de klok om drie uur ’s nachts een uur wordt teruggezet. Hoewel dit een langer verblijf in bed betekent, heeft het ook zijn nadelen, vooral voor ons slaapritme. Experts waarschuwen dat het bioritme door deze overgang verstoord kan raken, wat kan leiden tot moeizame ochtenden en een gevoel van lusteloosheid overdag.
Dit weekend is er een koudefront dat samenvalt met de intrede van de wintertijd. Hoewel een echte winterkou nog niet aan de orde is, daalt de temperatuur naar zo’n 13 graden. Volgens de laatste weersvoorspellingen krijgen we een interessante mix van zonneschijn en regenbuien te zien, hetgeen kenmerkend is voor deze tijd van het jaar.
Voor velen is het elk jaar weer even puzzelen: moet de klok nou voor- of achteruit? Ezelsbruggetjes zijn hierbij van onschatbare waarde, zoals ‘in de lente gaat de klok vooruit’, wat betekent dat we in de herfst, als de wintertijd aanbreekt, de klok een uur terugzetten.
Deze verandering zorgt ervoor dat het ’s ochtends weer een uur eerder licht wordt en ’s avonds sneller donker. De kortste dag op 21 december belooft ons een laat ochtendlicht en vroeg invallende duisternis, terwijl op 21 juni de langste dag van het jaar ons langer van zonlicht voorziet.
De invoering van de zomertijd in de jaren zeventig had als doel om energie te besparen. Door meer uren daglicht te benutten, hoopte men minder kunstlicht te hoeven gebruiken. Sinds 1977 houdt Nederland vast aan deze praktijk, een gewoonte die door veel Europese landen wordt gedeeld.
Jarenlang is er al debat over het nut, of beter gezegd het gebrek aan nut, van de zomer- en wintertijd. De Europese Commissie heeft zelfs al voorstellen gedaan om de praktijk af te schaffen, maar een vastomlijnde beslissing vanuit Nederland blijft uit omdat men afstemt op met de buurlanden.
Regelmatig komen er negatieve geluiden van mensen die last hebben van de klokverandering. Vaak voorkomende klachten zijn slapeloosheid en problemen met het dagelijkse bioritme. Uit een enquête van de Europese Commissie blijkt zelfs dat 84 procent van de ondervraagden af wil van het schuiven met de tijd.
Binnen Nederland vinden deze ideeën ook veel weerklank. Uit onlangs gehouden onderzoeken blijkt dat zes op de tien Nederlanders voor het afschaffen van de tijdswisselingen zijn. Vooral de nadelige effecten op de biologische klok worden als hinderlijk ervaren door de bevolking.
De discussie over het beëindigen van het periodiek verplaatsen van de klok heeft even op een laag pitje gestaan, maar is nog steeds actueel. In 2018 diende de Europese Commissie een wetsvoorstel in om de klok niet meer te verzetten, waarbij lidstaten zelf tussen zomer- of wintertijd konden kiezen.
Ondanks een akkoord van het Europarlement is er geen universele overeenstemming bereikt binnen de EU. Nationale regeringen moeten de gesprekken opnieuw opstarten om tot een finaal besluit te komen. Totdat er een definitieve beslissing valt, blijven we de klok tweemaal per jaar verzetten.
Indien de jaarlijkse tijdverandering ooit wordt afgeschaft, wacht ons de keuze tussen permanente zomer- of wintertijd. Voorstanders van zomertijd waarderen de langere avonden die het met zich meebrengt, terwijl zij die in de agrarische sector werken eerder de voorkeur geven aan wintertijd vanwege de langere ochtenden.