In het streven naar een veiligere economische omgeving en ter preventie van criminele activiteiten, meet Nederland zich met een nieuwe wetgevende maatstap. Binnenkort mag men niet meer dan 3000 euro contant afrekenen. Dit besluit komt na vele discussies in de Tweede Kamer waarbij dit limiet de overhand heeft gekregen ondanks aanvankelijke weerstand. Deze regeling, die bijdraagt aan het complexe gevecht tegen witwaspraktijken, plaatst Nederland in lijn met vergelijkbare regelgeving in omliggende landen.
Verscheidene partijen binnen de coalitie hadden gehoopt de grens op te trekken naar 10.000 euro, betogend dat 3000 euro te restrictief zou zijn voor de economie. Deze suggestie kon echter niet op genoeg steun rekenen binnen de Kamer. Het aangenomen voorstel heeft de steun van een brede meerderheid.
Het doel van de ingestelde limiet is het hinderen van geldstromen binnen criminele circuits. Grote hoeveelheden contant geld lenen zich namelijk voor anonieme transacties. Tot op heden was het mogelijk om onbeperkt contante betalingen te verrichten, wat bepaalde illegale praktijken vergemakkelijkte.
Ministers Eelco Heinen van Financiën en David van Weel van Justitie en Veiligheid benadrukten de noodzaak van een strenge limiet om Nederland minder aantrekkelijk te maken voor criminele netwerken. Zij merkten op dat een hogere limiet Nederland kwetsbaarder zou maken in vergelijking met buurlanden als België en Frankrijk.
De partij van de ministers, de VVD, steunt de beperking krachtig. Zij zijn van mening dat het nationale beleid tegen witwassen geïntensiveerd moet worden om geen haven te worden voor internationale criminele activiteiten. Tegenstanders van een versoepeling van de limiet beweren dat dit alleen maar de problematiek zou vergroten.
De Nederlandsche Bank heeft ook haar deel van de feedback gegeven, waarbij ze de behoefte aan beperkingen ondersteunt, ondanks erkenning dat contanten een essentieel onderdeel blijven van het betalingsverkeer. De bank ziet de limiet als een rechtvaardiging om economische misdrijven tegen te gaan.
Uiteindelijk werd in de Kamer gestemd waarbij de voorstanders van een limiet van 10.000 euro onvoldoende steun ontvingen om hun voorstel door te voeren. NSC steunde het uiteindelijke voorstel wel, maar PVV en BBB bleven tegenstemmen.
Deze nieuwe wetgeving onderstreept de vastberadenheid van de Nederlandse overheid om financieel-economische criminaliteit doeltreffend aan te pakken. Het instellen van een geldlimiet voor contante transacties is een significante beweging die tweeledige voordelen biedt; het vermindert de kans op witwaspraktijken en synchroniseert de nationale wetgeving met die van naburige staten. We verwachten een snelle implementatie van deze regeling die hopelijk de betrouwbaarheid van de economische structuur in Nederland zal versterken.